We beginnen de dag met een rondleiding in de Clen Canyondam. De dam werd gebouwd tussen 1956 en 1966. De gids verteld boeiend de interessante geschiedenis. Wat een mooi project! De dam is 216 meter hoog en 475 meter lang. Er is drie jaar lang, 24 uur per dag en 7 dagen per week (dus continu) beton gestort. De rondleiding begint om half negen, om acht uur moeten aanwezig zijn ivm security. We verwachten niet veel mensen op dit tijdstip. Als je naar je werk moet is acht uur een prima tijd, maar voor een excursie. We zijn met 13 mensen. het is ons al vaker opgevallen, de dag in Amerika begint vroeg. Op de camping rijden de eerste campers al voor zeven uur weg.
We verlaten Page en gaan op weg naar het zuiden.
We willen naar de Caolmine canyon. Deze ligt 16 mijl voorbij Tuba City aan Highway 264. De canyon is vrij onbekend. Je moet tussen mijlpaal 337 en 338 een zandpad in. Je rijdt door tot de windmolen daar ga je links en dan kom je er. Er staan geen borden. Je zit niets in het landschap en rijdt er makkelijk aan voorbij. We hebben op internet gelezen dat je een permit moet hebben omdat de canyon van de Navajo Indianen is anderen schrijven dat er geen permit nodig is. We vragen nog bij een Tradingpost onderweg, maar daar weten ze ook niets over een permit. We besluiten het er op te wagen. Als we worden gecontroleerd en blijkt dat we er wel 1 moeten hebben kopen we er als nog wel 1. We rijden de zandweg in, zien de watermolen al vanaf de weg en volgen de weg naar de canyon. We zijn nog amper de camper uitgestapt of we worden klem gereden door een grote, zwarte pick-up. Er is in de hele verdere omgeving geen mens te zien. Dit voelt niet echt lekker. Wim legt de mevrouw uit dat we graag naar de canyon willen kijken en foto’s willen maken. Dat is goed zegt ze, maar we zijn wel op private grond. De grond is van haar opa en oma. We mogen gerust even kijken, maar beslist geen rommel achter laten. En ze zou het zeer op prijs stellen als we opa en oma even groeten voor we weg gaan. Die wonen in de Hogan zegt ze. We gaan naar de canyon. Mooi, mooi, bijzonder mooi. Prachtige kleuren. We lopen langs en in de canyon. Wat een parel. Dan naar opa en oma. Ergens knaagt het een beetje en we overleggen al vast dat ze vast en zeker dollars willen zien. We zijn er onder tussen wel achter dat de Indianen slim zijn waar het op geld verdienen van toeristen aankomt. We melden ons bij de ingang van de Hogan. Kom binnen, kom binnen, opa en oma zijn binnen. We lopen door de Hogan in.
Er springt een kat voor onze voeten weg naar buiten. Opa is oud en ziek. Ligt aan de zuurstof op bed, oma zit in de stoel. Een klein, tenger oud vrouwtje die wel drie keer in de stoel lijkt te passen. Een dochter en de kleindochter zijn er ook. We geven handen weten niet goed wat er van ons verwacht wordt. Er worden twee stoelen bijgeschoven, we moeten gaan zitten. We zeggen dat we zo genoten hebben van de canyon. Ja zegt opa die is van mij. En hij begint te vertellen. Over vroeger toen er nog kolen gedolven werden voor de elektra opwekking voor het dorp, de school. We praten nog een poosje en zeggen dat we weer verder gaan. De Hogan is heerlijk warm. Er brandt een lekker hout vuurtje in het midden, de muren hangen vol met ingelijste foto’s. Aan de ene wand hangt een grote kleuren tv, die het weteldnieuws de Hogan inbrengt. Dan zegt oma, die nog geen woord gezegd heeft, opeens iets. We verstaan niet wat. De dochter staat op en loopt naar de kast. Ze geeft een plastic tas aan oma. Oma pakt een ketting uit de tas en geeft die aan Wim, ik krijg een doosje met een prachtige ketting met bijpassende oorbellen. We staan een beetje beschaamd en verlegen te kijken. Zeggen dat we graag iets willen betalen, maar daar is geen sprake van. Het enige wat ze willen is een hug. En zo staan Wim en ik met tranen in onze ogen een hug te geven in een Hogan aan een oude Indiaanse opa en oma. De kleindochter zegt: oma geeft graag. Ze verzorgt ieder jaar een kerstdiner voor een groot gedeelte van het dorp. Een beetje confuus zitten we even later in de auto. Wat een byzondere ontmoeting. Ik durf niet te vragen of ik een foto mag maken. 
We volgen onze weg. Stoppen nog bij de Dinosaur Tracks. Voetstappen van dinosaurussen staan hier in de rotsen. Wim vond het wel bijzonder om te zien.